Checklist airco installeren - de 10 belangrijkste aandachtspunten voor installateurs

Het klinkt als een inkopper, maar het is van essentieel belang. Je moet als installateur gecertificeerd zijn om met airco’s te mogen werken. Zorg er dus voor dat je een F-gassencertificaat (BRL200) hebt. Heb je deze nog niet? Haal dan het F-gassencertificaat bij WasCollege! Dit is niet het enige certificaat dat nodig is, ook het bedrijf waar je voor werkt of je eigen bedrijf moet het bedrijfscertificaat voor F-gassen (BRL100) hebben. Daarnaast kun je aanvullende trainingen volgen om je kennis te verbreden, zoals Airco-installatie in de Praktijk.

Het is goed om te weten dat de certificeringen rondom het werken met F-gassen en koolwaterstoffen aan het veranderen zijn. Wil jij weten wat dit inhoudt voor jouw werk aan airco-installaties? Via onderstaande button kom je bij een pagina waar je alle informatie leest die jij nodig hebt.

Het is belangrijk om goed te kijken naar de plaatsing van de buitenunit van de airco-installatie. Deze moet voldoende vrij van de grond opgesteld worden. De vereiste hoogte staat in de montagehandleiding, meestal is dit op 15-20 cm. Er moet namelijk voldoende ruimte zijn om water af te voeren.

Als een airconditioningsysteem ook als verwarming functioneert, vriest de warmtewisselaar van de buitenunit in. Op basis van de ingebouwde sensor zal deze automatisch weer ontdooien. De grote hoeveelheid dooiwater stroomt dan in korte tijd de buitenunit uit en moet worden afgevoerd.

Monteer je de buitenunit aan de gevel? Dan is het mogelijk om een condensopvangbak voorzien van een verwarmingslint te installeren. Wasco levert voor buitenunits ook opstellingsprofielen, muurbeugels en opstellingsframes in diverse soorten en maten.

Er zijn geluidseisen van toepassing op warmtepompen, dus ook op airconditioningsystemen. Dit zijn lucht-luchtwarmtepompen. Op de erfgrens mogen de buren van de gebruikers overdag maximaal 45 dB(A) horen en ’s nachts maximaal 40 dB(A). Het is verstandig om de buitenunit niet op een houten dakconstructie te plaatsen, want dit geeft extra geluidsklachten. Maak je gebruik van een muurbeugel? Denk dan ook aan trillingsdempende muurpluggen en trillingsdempers onder de buitenunit. Voor grondopstellingen zijn er geluidswerende omkastingen.

Bij de plaatsbepaling van de binnenunit van de airco is het belangrijk om te kijken naar welk type binnenunit het is. Elk systeem werkt op basis van recirculatie, dus het is belangrijk dat de luchtstroom overal in de ruimte kan komen. Een binnenunit werkt alleen goed als er geen belemmeringen in die luchtstroom zitten. Een luchtstroom kan wel als tocht worden ervaren.

Het is belangrijk om rekening te houden met de positie van de binnenunit. In de montagehandleiding vind je terug wat de minimale hoogte is tussen de hogewandunit en het plafond.
Wordt de airco ook gebruikt als verwarming? Dan werk een console-unit beter. Bij het verwarmen is de regeling (positie van de ruimtesensor) ook belangrijk. Wil je daar meer over weten? Klik op onderstaande button om meer te lezen over verwarmen met airco.

Bij een airco gebruik je altijd geïsoleerde, gedroogde, inwendig gereinigde en afgedopte koperen leidingen. Deze houd je zo veel mogelijk dicht om vocht en vuil in de leidingen te voorkomen. Alle koelleidingen in het Wasco-assortiment zijn geschikt voor hardsolderen, persen, flaren, knellen en verwerking met een insteekverbinding. Meer hierover lees je in het stuk Koeltechnische verbindingen, welke zijn goedgekeurd en wat heb je nodig?

Voor het toepassen van fittingen en koppelingen hanteer je altijd eerst de algemene leidingbehandeling (snijden, ontbramen en schuren). Voorkom knikken in de leidingen, gebruik buigijzers en buigveren. Verwerk leidingen in een leidinggoot of bevestig ze in beugels. Wil je de koppelingen van een hogewand binnenunit afsnijden? Controleer dan van tevoren met een schuifmaat of je de juiste diameter hebt om bijvoorbeeld te persen (1/4” = 6,35 mm, 3/8”=9,52 mm, 1/2”=12,7 mm en 5/8”=15,88 mm).

Wil je meer leren over het aanbrengen van koelleidingen van de airco? Klik op de button hieronder voor instructievideo’s

Bij een airconditioner komt er in koelbedrijf condenswater vrij bij de binnenunit. In principe pas je een vaste condenswaterafvoer toe, zoals een buis of een slang, met ongeveer dezelfde diameter als de aansluiting op de binnenunit. Een afvoer loopt altijd onder afschot weg en bij aansluiting op een riool pas je een stankafsluiter toe. Is een vaste afvoer niet mogelijk? Dan biedt een condenspomp oplossing. Denk hierbij wel aan welk type je toepast en over de eventueel benodigde aanzuig- en opvoerhoogte.

Er ontstaan gevaarlijke situaties wanneer je elektrische aansluitingen niet goed toepast. Houd je altijd aan de volgende stappen:

• Gebruik als besturingskabel tussen buiten- en binnenunits een soepele besturingskabel en gebruik adereindhulzen voor het aansluiten op de klemmen in de units.
• Gebruik voor de elektravoeding een werkschakelaar en voedingskabel met massieve kern.
• Bescherm de kabel en verwerk deze in een goot of buis.
• Zorg dat je altijd een voeding gebruikt met randaarde. De apparatuur is fasegevoelig en geeft storingen en onherstelbare schade bij werking zonder aarde. Als dit gebeurt, valt het niet onder garantie.

Na de installatie volgt de inbedrijfstelling. Met dit stappenplan zorg je ervoor dat de inbedrijfstelling goed verloopt:

• Controleer met een inbussleutel of de vloeistof- en gasafsluiter dicht staan.
• Blaas de koelleidingset(s) en binnenunit(s) door met stikstof.
• Pers de koelleidingset(s) en binnenunit(s) door met stikstof.
• Pers de koelleidingset(s) en binnenunit(s) af met stikstof conform de regelgeving op 1,1 x PS (Maximaal Toelaatbare Werkdruk). Kijk hiervoor op het typeplaatje.
• Als de druk ongeveer 30 minuten blijft staan, is het systeem lekdicht. Daarna laat je de stikstof rustig ontsnappen.
• Als de druk 0 Bar is, sluit de vacuümpomp en vacuümmeter.
• Gebruik voor het aansluiten de 5/16” servicepoort van de buitenunit een servicekraan om emissie te voorkomen of, nog beter, een schrädertrekker met extra vacuümpoort om goed te kunnen vacumeren.
• Start met vacumeren met de ballastknop van de vacuümpomp open.
• Sluit de ballastknop na enkele minuten en vacumeer tot ongeveer 500 micron of lager.
• Sluit de vacuümkraan op je meterset en hanteer de standtijd van 30 minuten. Het vacuüm mag niet verder oplopen dan 2025 micron.
• Voeg, indien nodig op basis van leidinglengte, koudemiddel toe in het vacuüm met de kranen nog dicht. Vul met vloeibaar koudemiddel en gebruik een gecertificeerde weegschaal.
• Draai de kranen open en test het systeem op goede werking.
• Noteer de meetwaarden (drukken en temperaturen in koelen en verwarmen).
• Koppel de meterset emissievrij af (pump down).
• Gebruik een elektronische lekzoeker om de koppelingen op lekkage te testen terwijl het systeem uitstaat.

Elke airconditioning moet voorzien zijn van een kenplaat met een uniek installatie-identificatienummer en gegevens over het koudemiddel. Daarnaast moet er een werkbon/inbedrijfstelrapport gemaakt worden met de eerdere genoteerde meetgegevens. Hier meld je ook de afpersdruk, bereikt vacuüm en standtijden.

Als installateur informeer je altijd de eindgebruiker over het juiste gebruik en de werking van de airco-installatie. Overhandig de handleiding en geef uitleg over de werking. Denk ook aan de wifi-bediening en vergeet niet een onderhoudscontract aan te bieden.

Heb je vragen of kom je er niet helemaal uit? Wasco staat voor je klaar. Onze technische specialisten van de afdeling Airconditioning helpen je graag. Je kunt ze bereiken via airconditioning@wasco.nl of op 088-099 5410.