Over Wasco
Zoek
Zoek
Sluit
Je probeert onze website te bekijken via een browser die wij helaas niet meer ondersteunen per 1 februari 2021. Hierdoor werkt de website voor jou mogelijk niet optimaal. Wij willen natuurlijk dat je op de beste en veiligste manier onze website kunt bezoeken. Daarom adviseren wij je om een andere browser te installeren. Wil je weten hoe je dat kunt doen? Lees hier dan meer.

Ventilatiesystemen installeren: met deze aanpak voorkom je klachten

31/01/2024

Woningen worden steeds beter geïsoleerd om energie te besparen. Met ventilatie voer je de vervuilde binnenlucht weer af die wordt veroorzaakt door mensen, vocht, stof, geurtjes en kleine deeltjes uit bouwmaterialen (bijv. fijnstof of glaswol). En met het streven om bestaande woningen gasloos te maken, is een goed ventilatiesysteem tevens een mooie optie ter vervanging. Een goede installatie is het startpunt van een gezonde, comfortabele leefomgeving voor je klant. Zo voorkom je klachten achteraf over geluid, tocht en te weinig luchtverversing.

De installatie van een ventilatiesysteem komt nauw kijken. Ingmar Tennekes van Wasco neemt je mee in het type ventilatiesystemen, hoe je de juiste capaciteit kan bepalen en hoe je een ventilatiesysteem het beste inregelt.

Ventilatiedebieten: toevoer en afvoer van lucht

De zogenaamde debieten zijn meeteenheden waarmee we de toevoer en/of afvoer van lucht meten gebaseerd op de hoeveelheid lucht dat in een bepaalde tijdseenheid verplaatst wordt. Het Bouwbesluit 2012 stelt normen voor nieuwbouw en bestaande bouw. Uit oogpunt van kwaliteit is het verstandig om bij renovatie de eisen voor nieuwbouw na te streven.

Eisen minimale ventilatiecapaciteit voor nieuwe woningen

Bron: Bouwbesluit 2012

Aanvullend advies

Niet beschreven in het Bouwbesluit 2012, maar wel belangrijk:

• Opstelruimte wasautomaat/wasdroger: 7 dm3/s 
• Bergruimte: 7 dm3/s

Aandachtspunt: de slaapkamer
Een aandachtspunt is de slaapkamer, 0,9 dm3/s per m2 vloeroppervlak is gebaseerd om een ventilatiedebiet van 25 m3/ uur per persoon. 

Voorbeeld: een slaapkamer heeft een oppervlakte van 3 bij 4 meter. Dan zou de ventilatie debiet 12 x 0,9= 10.8 dm3/s x 3,6 (omrekenfactor naar m3/h) = 38,88 m³/h. Is het de bedoeling dat in deze slaapkamer twee mensen slapen, zou er dus meer geventileerd moeten worden. Namelijk 2 x 25 m3/h = 50 m3/h

Type ventilatiesystemen

In de woningbouw worden over algemeen twee type ventilatiesystemen toegepast: C of D.

Ventilatiesysteem C: moderne ventilatiebox (MV)
Dit type heeft een mechanische luchtafvoer en natuurlijke luchttoevoer via raamroosters. Hierbij wordt de toevoerlucht rechtstreeks van buiten de woning ingevoerd. De moderne ventilatiebox kan worden geregeld op basis van een vocht- en/of een CO2-sensor. Dit noemt men een vraaggestuurd ventilatiesysteem. Deze ventileren alleen de kamers waar mensen zijn, altijd volgens de minimale ventilatie-eis.

Nadelig: dit systeem geeft bij laagtemperatuur verwarming risico op klachten rondom comfort door koude luchtstromen uit het raamrooster die onvoldoende worden opgewarmd.

Ventilatiesysteem D
In de nieuwbouw zie je voornamelijk ventilatiesysteem D. Dit zijn de ventilatie-units met een warmtewisselaar die gebruik maken van toevoer- en afvoerlucht. Grote voordeel hiervan is dat dat 90 tot 95 % van de warmte uit de vervuilde afvoerlucht wordt overgedragen aan de versie inblaaslucht en dus weer schoon terug de woning inkomt. 

Voor renovatieprojecten waar alleen ventilatieboxen aanwezig zijn, worden nieuwe concepten bedacht om ook die woningen te voorzien van ventilatiesysteem D. Denk dan aan een systeem waarbij via de zolder en het trapgat de verse ventilatie lucht wordt ingeblazen ook voor de benedenverdieping en overstroom naar de slaapkamers worden voorzien van verse lucht.

Voor oudere woningen waar nog geen mechanische ventilatie is aangebracht, kan een decentrale wtw-gevelunit uitkomst bieden.

Ventilatiebalans opstellen: hoeveel capaciteit heb je nodig?

Zowel voor systeem C als D kan op basis van het bouwbesluit een ventilatiebalans worden opgesteld. In een ventilatiebalans worden de ventilatiedebieten per vertrek berekend. Hiervoor heb je een plattegrond van de woning nodig waar alle oppervlakten van de verblijfsgebieden beschreven staan, op deze wijze stel je een ventilatiebalans op.

Waar begin je vervolgens mee?

1. Stel de oppervlakten van verblijfsgebieden van de woning vast;

2. Bepaal de vereiste ventilatiecapaciteiten en stel vast in welke ruimten afvoer van ventilatielucht is vereist;

3. Stel de ventilatiebalans op en betrek hierin de interne ventilatiestromen. Eventueel kan er gebruik gemaakt worden van de '50%-regel', waarbij maximaal 50% ventilatielucht mag overstromen van het ene naar het andere verblijfsgebied.

4. Bepaal de benodigde afvoercapaciteit. De capaciteit van een eventueel aanwezige motorwasemkap wordt niet meegenomen in de balans;

5. Bepaal de verdeling van de ventilatiecapaciteit over de diverse verblijfsruimten, met in acht neming van de minimaal vereiste capaciteit per verblijfsruimte;

6. Dimensioneer de benodigde ventilatietoevoervoorzieningen en overstroomvoorzieningen. Houd rekening met de BB-eis voor de te installeren capaciteit (min. 70% van totale capaciteit alle verblijfsgebieden).

Om deze stappen te verduidelijken, kun je hieronder een voorbeeld bekijken.

In ons voorbeeld komt de totale ventilatiecapaciteit op 90 dm3/s, wat overeenkomt met 324 m3 per uur. Conform het Bouwbesluit 2012 moet de te installeren ventilatie-unit een capaciteit hebben van minimaal 70 % van de totale ventilatiecapaciteit wanneer alle ruimten gelijktijdig worden gebruikt. In ons voorbeeld zou een unit van 250 m3 per uur voldoende zijn.

Om het mogelijk te maken dat lucht kan stromen van de ene naar de andere ruimte, moeten er overstroomvoorzieningen zijn. Een overstroomvoorziening is bijvoorbeeld een spleet van 2 cm onder de deur. Deze mag dan niet geblokkeerd worden door tochtstrip of doorpels.
Als de totale ventilatiecapaciteit berekend is, kan er een kanaalsysteem gedimensioneerd worden. Er zijn in basis twee systemen:

Om geluidsoverlast te voorkomen is het belangrijk dat de luchtsnelheid in het kanaal niet te hoog wordt, de maximale snelheden zijn:

1. Collectieve kanalen: 5 m/s;
2. Hoofdkanalen: 4 m/s;
3. Aftakkingen, toevoer: 3,0 m/s;
4. Aftakkingen, afvoer: 3,5 m/s.

Om geluidsoverlast te beperken zijn de maximale volumestromen begrenst.

Drie standen ventilatieschakelaar

De meeste ventilatiesystemen hebben drie standen, die bepalen hoeveel capaciteit er wordt gebruikt. Er zijn verschillende uitvoeringen, soms met tijdfunctie.

Stand 1: Er is niemand thuis; 30-50% van maximale capaciteit.

Stand 2: Er zijn één of meerdere personen thuis; 50-65% van maximale capaciteit.

Stand 3: Er wordt gekookt, gedoucht of er is veel bezoek; 100 % van maximale capaciteit.

Bij vraaggestuurd ventileren meten sensoren de CO2- en/of het vochtgehalte in de lucht. Bij CO2 wordt een grenswaarde gehanteerd van 1200 PPM CO2 (indicator, geen wettelijke eis); voor een betere luchtkwaliteit hanteer je 1000 en 600 PPM.  Het systeem stuurt automatisch bij wanneer er bij koken, douchen of wasdrogen vocht wordt gedetecteerd in de afgezogen lucht. 

Een ventilatiesysteem inregelen

Het inregelen van een gebalanceerd mechanisch ventilatiesysteem bestaat uit twee onderdelen:

► Meer informatie voor de vooruitstrevende installateur!