Over Wasco
Zoek
Zoek
Sluit
Je probeert onze website te bekijken via een browser die wij helaas niet meer ondersteunen per 1 februari 2021. Hierdoor werkt de website voor jou mogelijk niet optimaal. Wij willen natuurlijk dat je op de beste en veiligste manier onze website kunt bezoeken. Daarom adviseren wij je om een andere browser te installeren. Wil je weten hoe je dat kunt doen? Lees hier dan meer.

BENG en MPG: Slim ontwerpen en je eraan houden

30/04/2021

Sinds 1 januari 2021 moeten alle vergunningaanvragen voor nieuwbouw voldoen aan de eisen voor Bijna EnergieNeutrale Gebouwen (BENG). Om hieraan te voldoen zijn goede isolatie, slimme installatietechnische oplossingen en de toepassing van hernieuwbare energie een must. Maar de toevoeging van materialen en installaties zorgt wel voor een spanningsveld met een andere grenswaarde: de milieuprestatie van gebouwen (MPG).

Koppeling heeft Harm Valk (sr. adviseur bij Nieman Raadgevende Ingenieurs) gevraagd hoe hiermee om te gaan.

Harm Valk (sr. adviseur bij Nieman Raadgevende Ingenieurs) 

De wisselwerking tussen de nieuwe BENG-eisen en de MPG baart onze sector zorgen. De toenemende eisen voor de energieprestatie van gebouwen, het aardgasvrij wonen en de roep om slimme ventilatie zorgen ervoor dat er complexe installaties worden toegepast. Simpel gezegd er komt meer techniek bij kijken. Aan de andere kant is er de eis om zo weinig mogelijk milieubelastende materialen toe te passen. Die MPG-grenswaarde gaat naar 0,8. Dat maakt het niet onmogelijk, er zijn genoeg mogelijkheden om aan beide te voldoen, maar dan moet je ze in het ontwerp en tijdens de uitvoering wel continu volgen.

MPG: installaties als zwaartepunt
Er zit steeds meer installatietechniek in een gebouw. Mede hierdoor zijn installaties een zwaartepunt in MPG-berekeningen, bijvoorbeeld doordat er vaak zeldzame metalen in zitten. Daarnaast staan van veel installatietechnische oplossingen onvoldoende specifieke data in de Nationale MilieuDatabase. Dat komt door de complexiteit van dergelijke oplossingen en omdat ze vaak uit het buitenland komen. Daarom zijn er voor ventilatie-units of pv-panelen richtlijnen (algemene waardes). Omdat deze bandbreedte niet al te specifiek is, wordt daar een toeslag aan toegevoegd. Daardoor tikken deze onderdelen extra door in een MPG-berekening.

Kansen van BENG
De BENG-methodiek en de MPG-eis hoeven elkaar niet in de weg te zitten. BENG biedt volgens Harm juist kansen. Eén van de kritiekpunten op de EPC-berekening was dat je een te hoge score met zonnepanelen goed kon maken. Slechte isolatie of een slecht rendement van je installatie? Een aantal extra zonnepanelen en je voldeed alsnog aan de EPC-norm. Daardoor leeft onder veel installateurs misschien de gedachte dat op alle gebouwen zonnepanelen verplicht zijn. Dat botst met de MPG-eis want pv-panelen hebben door hun materiële samenstelling en herkomst veel impact. 

In de nieuwe BENG-eisen is de definitie van hernieuwbare energie veel breder dan zonne-energie. Daar hoort ook omgevingsenergie bij die je met een warmtepomp benut. Als je dus een goede kwaliteitsinstallatie neerzet met een warmtepomp, dan heb je het verplichte minimale aandeel hernieuwbare energie vaak al te pakken. Misschien kun je door alsnog pv-panelen toe te passen, zelfs de stap naar volledig energieneutraal maken. Die extra panelen hoef je niet mee te tellen voor de MPG.

Invloed op keuzevrijheid
Harm wijst erop dat de BENG-regelgeving invloed heeft op de keuzevrijheid van installateurs. De EPC-norm kent alleen een controle vooraf op de energieprestatie als de bouwvergunning wordt afgegeven. Bij de BENG-eisen is die controle vooraf én achteraf. Dat betekent dat het aanpassen van het vooraf bepaalde en vastgelegde merk van een installatie al een flinke stap is. Als installateur kon je afwijken van de technische beschrijving als je bijvoorbeeld je favoriete merk wilde gebruiken. Dat kan eigenlijk niet meer of je moet aan de hand van specificaties kunnen uitleggen dat je dezelfde kwaliteit hebt geleverd.

Vanaf de invoering van de Wet kwaliteitsborging (Wkb) wordt ook de MPG achteraf getoetst. Deze wet gaat waarschijnlijk op 1 januari 2022 in werking en zorgt er onder andere voor dat een bouwplan voortaan ook in de praktijk wordt gecontroleerd. Je moet kunnen aantonen dat de bouw is opgeleverd op het niveau dat van tevoren is afgesproken. Een voorbeeld: er is gerekend met kunststoffen vloerverwarmingsleidingen die helemaal van kunststof zijn. Als jij als installateur besluit om voor een leiding te gaan met een metaallaagje van binnen. Vanwege de langere levensduur van die leidingen. Bedenk dan dat de milieu-impact van dit type leiding wel groter is. Dat kan ervoor zorgen dat het gebouw tijdens de eindcontrole niet meer aan MPG-voorwaarden voldoet. De vanzelfsprekende vrijheid om als installateur eigen keuzes te maken verdwijnt.

Wees kritisch op voorwaarden
Het kunnen bewijzen wat je hebt gemaakt en het aantonen van de aangenomen kwaliteit, is de nieuwe trend in de bouw. Harm: “Daar gaat de installateur zeker wat van merken. Je moet vroeg in het bouwproces met alle bouwpartijen aan tafel zitten. Samen kijk je hoe je aan alle randvoorwaarden gaat voldoen. Blijf hier kritisch op, ook richting andere partijen. Laat de aannemer bijvoorbeeld aantonen dat hij echt luchtdicht heeft gebouwd, zodat jouw installatietechnische oplossing ook daadwerkelijk doet wat van tevoren is vastgelegd. Zorg ervoor dat de voorwaarden om jouw werk te doen, kloppen. Dat wordt steeds belangrijker.”